Geen quotum meer voor specialistische Aziatische koks

Auteur: Tanne van Wissen
Wet- en regelgeving 17 september 2019
Geen quotum meer voor specialistische Aziatische koks

Op 16 april 2019 heeft minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) bekendgemaakt dat er per 1 oktober 2019 een einde komt aan het quotum dat is opgelegd in de bijzondere regeling voor het verkrijgen van een werkvergunning voor specialistische Aziatische koks. De tijdelijke regeling, die nu bijna drie jaar geleden in werking trad en op 30 september 2019 afloopt, wordt omgezet in een structurele regeling. Deze nieuwe regeling houdt in dat werkgevers van Aziatische restaurants straks onbeperkt (!) gespecialiseerde Aziatische koks naar Nederland kunnen halen. Bovendien worden de procedurevoorwaarden versoepeld. Run jij een Aziatisch horecabedrijf? Lees dan in dit artikel welke vruchten je van deze nieuwe regeling plukt!

Specialistische Aziatische koks

Het bereiden van Aziatisch eten is een kunst. In Nederland (en Europa) zijn onvoldoende koks beschikbaar die dit specialistische beroep beoefenen. Dit heeft onder andere te maken met krapte op de arbeidsmarkt en door het achterblijven van omscholing in de Aziatische horecasector. In 2015 luidden vertegenwoordigers van de Aziatische horecasector de noodklok: er is te weinig gekwalificeerd personeel om aan de grote vraag te voldoen. Om deze branche uit de brand te helpen, heeft de minister drie jaar geleden een maatregel getroffen die het eenvoudiger maakt om specialistische Aziatische koks met een -kort gezegd- niet-Europese nationaliteit aan te nemen. De Aziatische horecasector heeft zich op zijn beurt gecommitteerd aan het verbeteren van het imago van de sector: de minister constateerde dat het niveau van de arbeidsvoorwaarden ondermaats was en dat de arbeidsomstandigheden moesten worden verbeterd waardoor uitstroom van personeel zou worden beperkt.

Hoe zit het eigenlijk?

Binnen de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland geldt een vrij verkeer van werknemers. Dit betekent dat er geen belemmeringen zijn om werknemers met de nationaliteit van één van de EER-landen (Nederland, België, Duitsland, Griekenland, Polen etc.) in dienst te nemen. Deze werknemers genieten prioriteit ten opzichte van werknemers met een niet EER-nationaliteit. Om laatstgenoemde werknemer in dienst te nemen, is vereist dat deze persoon beschikt over een werkvergunning.

De Wet arbeid vreemdelingen (Wav) regelt de voorwaarden voor een werkvergunning. Eén van de voorwaarden is dat een werkvergunning pas wordt verleend als de vacature niet kan worden vervuld door iemand met prioriteit. De werkgever moet zich inspannen om een persoon met een EER-nationaliteit aan te nemen. Hoe doe je dat? Bijvoorbeeld door het verspreiden van de vacature via internet of door het benaderen van een (internationaal) wervings- of detacheringsbureau. Een andere voorwaarde is dat een vacature ten minste vijf weken openstaat. Voor moeilijk vervulbare functies is dit drie maanden. Pas dan wordt de mogelijkheid van het verstrekken van een werkvergunning bekeken.

Voor bepaalde functies in de Aziatische keuken bleek dat vrijwel nooit een beroep kon worden gedaan op werknemers met een EER-nationaliteit. Daarom zijn met de tijdelijke Regeling Aziatische horeca de voorwaarden voor het verkrijgen van een werkvergunning versoepeld. De regeling tot 1 oktober 2019 in een notendop:

  • Het gaat om keukenfuncties in Chinese, Indiase, Indonesische, Japanse, Koreaanse, Maleisische, Thaise, Tibetaanse en Vietnamese keukens op niveau 4 tot en met 6: specialiteitenkok, souschef / allround kok en chef-kok. Voor de functies keukenhulp, basiskok of kok eenvoudige gerechten (functies op niveau 1 tot en met 3) worden geen werkvergunningen afgegeven.

  • Er geldt geen inspanningsplicht voor werkgevers om personeel te zoeken in het prioriteitgenietend aanbod.

  • Werkgevers hebben een plicht om personeel op te leiden en/of om te scholen.

  • De regeling stelt eisen aan het aanbieden van een dienstverband aan een werknemer met een EER-nationaliteit: werkgevers moeten voldoen aan een minimum dat is gesteld voor de arbeidsvoorwaarden.

  • Er geldt tot 1 oktober 2019 een (jaarlijks) quotum. Dit quotum is de afgelopen jaren al verruimd: van 1.550 vergunningen in 2018 tot 3.200 vergunningen in 2019.

 

3.200 vergunningen: niet genoeg?

De regeling bleek populair en de vraag naar vergunningen bleef stijgen. Daarom heeft de minister besloten dat de tijdelijke regeling wordt omgezet naar een definitieve regeling. Deze nieuwe regeling kent twee belangrijke wijzigingen: het jaarlijks opgelegd quotum vervalt en vacatures hoeven binnenkort nog maar drie weken open te staan in plaats van vijf. De uitzondering op de wervingsinspanning blijft van kracht. Het UWV toetst met ingang van de nieuwe regeling bij aanmelding van de vacature alleen nog of iemand in hun database matcht met de vacature. In zoverre zou je kunnen zeggen dat de inspanningsverplichting verschuift naar het UWV. De procedure voor de aanvraag van een werkvergunning kan dus eerder in gang worden gezet. Het blijft de verantwoordelijkheid van de sector om personeel te blijven opleiden.

Tot slot

De gevolgen die staan op het illegaal tewerkstellen van vreemdelingen zijn niet mals: je riskeert een forse boete: € 8.000 voor werkgevers van beroep en bedrijf en € 4.000 voor particuliere werkgevers. In geval van herhaling komt hier nog eens 50% van het boetebedrag bovenop. Naast een financiële sanctie kan je ook worden geweerd voor een periode van vijf jaar als erkend referent voor het aanvragen van een werkvergunning. Dit maakt het moeilijker, zo niet onmogelijk, om in de toekomst via deze speciale regeling koks in dienst te nemen. In Amsterdam kan het zelfs zo zijn dat je je horeca exploitatievergunning kwijtraakt. De gemeente heeft per 1 januari 2019 een regeling in haar APV opgenomen die dit mogelijk maakt.

Dat het belangrijk is om een vergunning aan te vragen met de juiste functie-omschrijving, wordt ook weer duidelijk door een zaak die de eigenaar van een Chinees restaurant heeft aangespannen tegen een opgelegde boete. De werknemer beschikte over een werkvergunning voor de functie van frituurkok. Zijn feitelijke werkzaamheden omvatten meer dan wat in zijn functieomschrijving is voorgeschreven, namelijk het omscheppen van nasi- en bami gerechten. Volgens de inspectie vielen deze werkzaamheden niet onder zijn werkvergunning, met als gevolg dat de werkgever een boete van € 4.000 werd opgelegd. De rechter dacht hier niet anders over.

Deze bijdrage is geschreven door Tanne van Wissen. Zij is werkzaam bij Catch Legal, dat bestaat uit een team van gedreven juristen. Op het gebied van horeca bezit Catch Legal veel expertise en op dit vlak staan ze horecaondernemers dagelijks bij. Meer info: www.catchlegal.nl

Klik hier voor de overige bijdragen van Catch Legal

Overig nieuws