Ondernemen met een rechtspersoon: privé nooit aansprakelijk?

Auteur: Eefje Ruiter en Alex Prascevic
Ondernemen met een rechtspersoon: privé nooit aansprakelijk?

Bij het starten van een horecaonderneming zal onder andere een keuze moeten worden gemaakt voor de rechtsvorm. Vaak wordt initieel, met name gelet op belastingvoordelen, gekozen voor een eenmanszaak of vennootschap onder firma (V.O.F.). Het nadeel van die rechtsvormen is dat je met je (volledige) privévermogen aansprakelijk bent voor de schulden van de onderneming.

Een andere optie is ondernemen met een rechtspersoon (B.V., N.V., coöperatie, vereniging of stichting). Ondernemers die verplichtingen aangaan namens een rechtspersoon binden enkel die rechtspersoon. Voor ondernemen met een rechtspersoon geldt dus dat je in principe niet met je privévermogen aansprakelijk bent voor schulden die de rechtspersoon opbouwt. Je kunt als ondernemer alleen het vermogen verliezen dat in de rechtspersoon is ingebracht. De rechtspersoon zelf is aansprakelijk voor haar verplichtingen. Maar deze veilige haven is niet onbeperkt. Vaak realiseren ondernemers zich niet dat je in bepaalde situaties ook persoonlijk aansprakelijk kunt zijn voor de verplichtingen van de rechtspersoon. In dit artikel leggen we uit wanneer dit het geval is en hoe je dit kunt voorkomen.

LOFF Advocaten is specialist in de horecabranche en staat horecapartijen, zoals horecaondernemers, leveranciers en (ver)huurders, veelvuldig bij. Voor meer info: www.loffadvocaten.nl

De bestuurder van een rechtspersoon is verplicht om zijn taken behoorlijk te vervullen. Worden die taken niet behoorlijk vervult? Dan kan de rechtspersoon de bestuurder (persoonlijk) aansprakelijk stellen. Dat heet de interne bestuurdersaansprakelijkheid. In een faillissement is het meestal de curator die op zoek gaat naar mogelijkheden om alsnog – letterlijk en figuurlijk – verhaal te halen. De wet zegt in dat kader:

dat een bestuurder voor het geheel aansprakelijk is ter zake van onbehoorlijk bestuur, tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden”.

Er moet dus sprake zijn van een ernstig verwijt richting de bestuurder. Daarbij wordt onder meer gekeken of ‘een redelijk handelend bestuurder’ in dezelfde omstandigheden anders zou hebben gehandeld. Onbehoorlijk bestuur kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als de rechtspersoon verplichtingen aangaat waarvan de bestuurder weet dat die niet kunnen worden nagekomen. Ook een eigen belang laten voor gaan boven dat van de onderneming, het niet voldoen aan de administratieplicht, het nemen van onnodige risico’s, het niet afsluiten van gebruikelijke verzekeringen en het verstrekken van leningen aan (niet solvabele) partijen of zonder voldoende zekerheden kan worden aangemerkt als onbehoorlijk bestuur.

Naast interne bestuurdersaansprakelijkheid bestaat ook externe bestuurdersaansprakelijkheid. Dat houdt in dat de bestuurder aansprakelijk is tegenover derden die schade hebben geleden door het handelen van de bestuurder. Denk daarbij aan schuldeisers die met onbetaalde facturen blijven zitten. Of een bestuurder in ook richting derden aansprakelijk is, hangt af van de omstandigheden van het geval. Hoe dit in de praktijk nadelig voor een bestuurder kan uitpakken, blijkt uit de volgende praktijkcasus.

Praktijkcasus

In 2019 organiseert een rechtspersoon (in dit geval een stichting) en driedaags festival. De heer Jansen (gefingeerde naam) wordt in het bestuur van de stichting als secretaris aangesteld. Vanuit de gemeente is een bedrag van € 200.000 aan de stichting beschikbaar gesteld. Voor de beveiliging van het festival heeft de stichting een overeenkomst gesloten met een beveiligingsbedrijf.

In augustus 2019 heeft het festival ook daadwerkelijk plaatsgevonden, maar door hevige regen blijft de kaart- en muntverkoop sterk achter. Een jaar later is de stichting failliet verklaard. Onder meer het beveiligingsbedrijf blijft achter met een onbetaalde rekening van € 30.000. Het beveiligingsbedrijf stelt de heer Jansen voor dit bedrag persoonlijk aansprakelijk, maar die geeft aan dat het beveiligingsbedrijf bij de curator moet zijn. Het beveiligingsbedrijf laat het er niet bij zitten en start een procedure bij de rechtbank.

In de procedure verwijt het beveiligingsbedrijf de heer Jansen dat hij, als bestuurder van de stichting, de opdracht voor de beveiligingswerkzaamheden heeft gegeven terwijl hij wist of redelijkerwijze had moeten weten dat de stichting de facturen niet zou kunnen betalen.

Bij de beoordeling van de vordering van het beveiligingsbedrijf heeft de rechtbank gekeken of de heer Jansen een voldoende ernstig en persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Daarbij heeft de rechtbank onderzocht of de heer Jansen bij het verlenen van de opdracht aan het beveiligingsbedrijf wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de stichting niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden. De rechtbank oordeelt vervolgens dat daar inderdaad sprake van is, nu de heer Jansen op het moment van ondertekening van de offertes wist dat de opbrengst uit de kaart- en muntverkoop zwaar was tegengevallen en er dus een enorm tekort op de begroting was ontstaan. Naar het oordeel van de rechtbank had de heer Jansen op dat moment moeten begrijpen dat de stichting niet aan haar verplichtingen jegens het beveiligingsbedrijf zou kunnen voldoen. Er was daarom sprake van een situatie waarbij de heer Jansen persoonlijk een ernstig verwijt kon worden gemaakt. Voor de heer Jansen heeft de uitspraak van de rechtbank grote gevolgen; hij dient nu zelf de onbetaalde facturen van het beveiligingsbedrijf te voldoen.

Persoonlijke aansprakelijkheid voorkomen?

De vraag is wat een bestuurder in de praktijk kan doen om te voorkomen dat hij persoonlijk aansprakelijk is voor de schulden van een rechtspersoon.

Allereerst is het van belang dat de financiële situatie van de onderneming zoveel mogelijk helder en inzichtelijk is. Zonder dergelijk financieel inzicht kan moeilijk worden ingeschat of afspraken wel realistisch zijn. Zoals uit het hiervoor besproken praktijkvoorbeeld blijkt moet worden voorkomen dat afspraken worden gemaakt op het moment dat duidelijk is dat de rechtspersoon niet (meer) aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Ook is het essentieel te zorgen voor een behoorlijke (schriftelijke) besluitvorming. Vooral op het moment dat de onderneming in financieel zwaar weer komt te verkeren. Op basis daarvan kan achteraf namelijk aangetoond worden waarom en in welke context bepaalde afspraken zijn aangegaan.

Tot slot is het aan te bevelen een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Daarmee kan het risico van een aansprakelijkstelling gedekt worden.

Conclusie

Ondernemen via een rechtspersoon is een manier om te voorkomen dat je met je privévermogen aansprakelijk bent voor de schulden van je onderneming. Hoewel ondernemen ook regelmatig risico’s nemen betekent, is het belangrijk om je te realiseren dat roekeloos verplichtingen aangaan tot bestuurdersaansprakelijkheid kan leiden. Heb je hier vragen over of wil je advies, neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Blijf je graag op de hoogte?

Eén keer per week het actuele en relevante cafénieuws in je mailbox? Schrijf je hier in voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.

Overig nieuws