Horecarapport ABN AMRO: relatief weinig faillissementen, ondernemersvertrouwen historisch laag

Auteur: Redactie
Economie 24 juli 2020
Horecarapport ABN AMRO: relatief weinig faillissementen, ondernemersvertrouwen historisch laag

Restaurants, hotels, vakantieparken, bioscopen en reisondernemers zijn hard geraakt door de coronacrisis. In deze Stand van de Leisure duidt ABN AMRO de impact van het virus en de bedreigingen en de kansen die eruit voortvloeien.

Onderaan dit bericht vindt u grafieken en tabellen van het rapport van ABN AMRO

De Nederlandse economie krimpt dit jaar naar verwachting met 5,6 procent als gevolg van de maatregelen om het coronavirus in te dammen. De krimp van het bruto binnenlands product (bbp) zit vooral in een terugval van de particuliere consumptie en de bedrijfsinvesteringen.

Na een krimp van het bbp van 1,7 procent in het eerste kwartaal ten opzichte van het voorgaande kwartaal, wordt de krimp in het tweede kwartaal nog forser. Lichtpuntje is dat in het tweede kwartaal ook het herstel al is ingezet, omdat door de versoepeling van de beperkende maatregelen consumenten weer meer wilden en konden uitgeven aan onder andere de horeca.

Voorzichtig herstel in 2021

Dit betekent dat de economie vanaf het derde kwartaal weer groeit, mits het virus onder controle blijft. Het economisch herstel zet in 2021 door, maar met een verwachte groei van 2,7 procent zal het bbp onder het niveau van voor de coronacrisis blijven. Het herstel wordt namelijk tegengewerkt door de oplopende werkloosheid en het gedaalde consumentenvertrouwen, waardoor huishoudens minder geneigd zijn hun inkomsten te besteden. Bovendien zullen de lonen minder hard stijgen dan het afgelopen jaar.

De totale binnenlandse consumptie van huishoudens kromp in april met 17,4 procent ten opzichte van dezelfde maand in 2019. Vooral de consumptie van diensten daalde hard, met 24,6 procent. Hieronder vallen ook uitgaven aan horeca. Daarnaast was er een sterke krimp van uitgaven aan duurzame consumptiegoederen, zoals auto’s, met 14,8 procent. Op basis van transactiedata verwachten we voor de horeca vanaf medio tweede kwartaal en het derde kwartaal weer herstel van de consumptieve uitgaven, ook in de horeca.

Vertrouwen

Het consumentenvertrouwen daalde ongekend sterk in april en zakte in mei verder weg tot -31. Maar in juli veerde het vertrouwen weer op tot -26 tegen de achtergrond van de versoepeling van de coronamaatregelen. Uit de onderliggende deelindicatoren blijkt dat consumenten in juni vooral minder negatief waren over de algemene economische situatie en hun eigen financiële positie over twaalf maanden. Het consumentenvertrouwen was de afgelopen maanden overigens niet zo negatief als tijdens de recessie van 2012 en 2013.

Faillissementen

Het aantal faillissementen in de horeca neemt sinds 2018 toe. Dit was mede een gevolg van de snelle groei van het aantal horecagelegenheden in ons land, waardoor de omzet per gelegenheid niet altijd voldoende meegroeide. Door de steunmaatregelen die het kabinet, toeleveranciers, de banken en in sommige gevallen ook de verhuurders hebben getroffen, is het toename van aantal faillissementen dit jaar tot en met juni relatief beperkt gebleven. De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (‘WHOA’) kan na de behandeling in de Eerste Kamer helpen bij een verdere beperking van het aantal faillissementen. De wet kan er namelijk voor zorgen dat ondernemingen die in de kern levensvatbaar zijn, hun schuldenlast kunnen verminderen.

Dat gebeurt tegen betrekkelijk lage kosten en zonder akkoord van álle schuldeisers. De rechter moet dan wel een dwangakkoord goedkeuren (homologeren). Dit doet hij of zij alleen als de reorganisatiewaarde hoger ligt dan de liquiditeitswaarde. De toepasbaarheid van de WHOA voor de horeca staat of valt volgens ABN AMRO bij het bepalen van de reorganisatiewaarde. Voor de hotellerie moet dit goed mogelijk zijn. Bezettingsgraden en kamerprijzen worden al decennia lang nauwkeurig geregistreerd. En hoewel de omzet van de hotelsector in 2020 fors terugvalt, zijn de langetermijnvooruitzichten positief. Dat vergroot de mogelijkheden om buiten faillissement te herstructureren.

Werkloosheid

De lagere consumentenbestedingen en het oplopende aantal faillissementen leidde in de afgelopen maanden tot een stijging van de werkloosheid. In juni werden 74.000 personen werkloos en steeg het werkloosheidspercentage tot 4,3 procent, terwijl dat in maart nog 2,9 procent was. De werkloosheid nam vooral tot onder jongeren tussen de 15 en 25 jaar. Van hen is nu 10,7 procent werkloos.

Het aantal overnachtingen in logiesaccommodaties in de eerste vier maanden van 2020 daalde in heel Nederland met 9,3 procent ten opzichte van de eerste vier maanden van 2019. De krimp zat hem vooral in minder overnachtingen van personen uit het buitenland (-17,1 procent), terwijl binnenlandse overnachtingen met slechts 3,3 procent afnamen. Daarnaast zijn er grote regionale verschillen. In provincies waar vooral personen uit Nederland overnachten, zoals Friesland, Groningen en Overijssel, was zelfs een stijging waar te nemen. In Noord-Holland en de sterk door corona getroffen provincies Noord-Brabant en Limburg was een forse krimp te zien.

Toerisme

In 2019 werd door het CBS nog 38 procent van alle hotelovernachtingen als ‘zakelijk’ aangemerkt. Dit zijn veelal congresbezoekers en individuele zakenreizigers; personen die veel besteden. Slechts 14 procent van alle zakelijke overnachtingen vorig jaar plaats in de maanden januari en februari. Doordat veel zakelijke evenementen, beurzen en congressen vanaf maart zijn geannuleerd of verzet, worden met name de hotels die zich op de zakelijke reiziger richten hard geraakt. Het herstel van deze markt zal volgens ABN AMRO niet volledig zal zijn. Mensen raken gewend aan het videobellen, dat tijd en geld bespaart. Ook na de introductie van een vaccin zullen zakenreizigers en hun werkgevers zich afvragen of een fysiek bezoek noodzakelijk is, of dat een virtueel bezoek kan volstaan. Bijna 52 procent van de hotelovernachtingen werd in 2019 genoten door buitenlandse toeristen. Met name Amerikaanse en Britse toeristen kampen voorlopig nog met reisbeperkingen. Al is het maar omdat het aantal vluchten nog beperkt is. Positief is dat de meeste hotels cashflowneutraal zijn vanaf ongeveer 55 procent bezetting. Per juli 2020 lukt het veel hotels om deze bezetting te realiseren. Zij richten zich op Nederlandse, Duitse en Belgische toeristen.

Van alle Duitse verblijfstoeristen komt 59 procent uit Noordrijnland-Westfalen en 80 procent komt met de auto. Van alle Belgische verblijfstoeristen heeft 86 procent een toeristisch en geen zakelijk motief. Bij de campings kwam in 2019 slechts 27 procent van de gasten uit het buitenland. Bij de vakantieparken kwam 28,4 procent uit het buitenland; voornamelijk uit Duitsland en België. Hogere ticketprijzen of minder vluchten vormen daarom geen bedreiging voor de vakantieparken.

Omzet

Alle subsectoren van Leisure zagen hun omzet in het eerste kwartaal fors dalen in vergelijking met het eerste kwartaal een jaar eerder. Deze cijfers hebben slechts de eerste twee weken van de lockdown in zich, van medio maart tot eind maart. Het tweede kwartaal zal naar verwachting slechter zijn. Eetgelegenheden die goed konden inspelen op de toegenomen vraag naar afhaalmaaltijden, zoals fastfoodzaken, zagen hun omzet minder hard dalen.

Ondernemersvertrouwen

Dat de horeca geraakt wordt door corona blijkt ook uit de daling van het ondernemersvertrouwen. Deze indicator daalde tot -84,3, terwijl het vertrouwen van het bedrijfsleven als geheel daalde tot ‘slechts’ -37,2. In de horeca denkt volgens het CBS een derde van de bedrijven het in de huidige omstandigheden nog maar vijf maanden of korter te kunnen volhouden, terwijl dertig procent aangaf niet te kunnen zeggen wat de overlevingskansen zijn. In de cultuur, sport en recreatie kan eveneens dertig procent van de bedrijven zijn overlevingskansen niet inschatten, terwijl 19 procent denkt nog maar vijf maanden of korter te kunnen voortbestaan.

ABN AMRO voorziet op dit moment (juli) een krimp van de Nederlandse economie in 2020 van 5,6 procent. Deze krimp ontstaat door forse omzetdalingen in de horeca, dagrecreatie en in delen van de retail en industrie. Maar de Nederlandse economie krimpt óók doordat we minder op vakantie gaan naar het buitenland. Nederlanders gingen in 2018 gemiddeld 21,8 dagen op vakantie. Hiervan werden 7,1 dagen in eigen land besteed en 14,5 dagen in het buitenland. Aan die buitenlandvakanties (inclusief zakelijke reizen) gaven alle Nederlanders samen 23,9 mrd euro uit, zo blijkt uit de Nationale Rekeningen van het CBS.

Reisbranche

Van dat bedrag bleef 6,6 mrd euro ‘hangen’ in eigen land. Geld dat verdiend werd in Nederland, door Nederlandse bedrijven. Inkomsten voor reisbureaus en reisbemiddelingsbureaus, aanbieders van vliegtickets, taxi- en treinvervoer, de taxfreewinkels op Schiphol, tankstations. Die 6,6 mrd euro is 0,85 procent van alles wat we jaarlijks Nederland met elkaar verdienen. De reisbranche levert daarmee een serieuze bijdrage aan het bruto binnenlands product. Deze bijdrage komt niet uit de lucht vallen. Zij is het gevolg van een decennialange ontwikkeling.

Waar 43 procent van de Nederlanders in 1969 op vakantie ging was dit veertig jaar later, in 2019, liefst 84 procent. Het percentage Nederlanders dat vakantie viert is min of meer stabiel sinds de eeuwwisseling.

Het mag duidelijk zijn dat de vakantiemarkt er in 2020 heel anders uit zal zien. Uit een analyse van het betalingsverkeer van en naar ABN AMRO-rekeninghouders blijkt dat Nederlandse consumenten in de periode maart – mei 2020 ruim 70 procent minder uitgaven aan reizen en vakanties.

Uit onderzoek van DPG Media blijkt bovendien dat 53 procent van de Nederlanders in de laatste week van juni nog geen concrete vakantieplannen had. De gevolgen voor de reisbranche zijn aanzienlijk. Het CBS rapporteerde deze maand dat slechts 51 procent van de reisondernemers verwacht nog een jaar te kunnen overleven. Of de reisbranche in aanmerking komt voor extra staatssteun is aan de regering en het parlement. De reisorganisaties en hun 21.000 medewerkers zelf hoeven zich in elk geval geen verwijten te maken. De georganiseerde reisorganisaties hebben de afgelopen maanden financieel alles uit de kast getrokken hebben om de gevolgen van de corona uitbraak te verzachten voor de Nederlandse pakketreiziger. De branche heeft sinds de uitbraak van de coronapandemie veel kosten van repatriëring van Nederlanders voor eigen rekening genomen. Aan honderdduizenden vakantiegangers heeft de reisbranche geld terugbetaald of een voucher verstrekt. Een voucher die veelal gedekt is door de Stichting Garantiefonds Reisgelden en dus ook bij een faillissement zijn waarde behoudt.

Buitenlandvakanties

Aanbieders van vliegvakanties als Sunweb en Corendon werken inmiddels samen met Roompot en EuroParcs, die vakantieparken dichtbij huis exploiteren. Hierdoor kunnen ze hun aandeel in de reisbestedingen vergroten en leren ze hun klanten nog beter kennen. Daarnaast hebben de internetgeoriënteerde Nederlandse reisondernemingen een voorsprong op hun Duitse, Britse en Belgische concurrenten, waar het reisbureau in de winkelstraat nog altijd gemeengoed is. Bij ABN AMRO verwachten we dat het aantal buitenlandvakanties van Nederlanders pas in 2022 weer op het niveau van 2019 komt te liggen. Wat het herstel bevordert is dat veel vakantiebestemmingen, met name die in Duitsland en Frankrijk, óók per auto en trein kunnen worden bereikt.

Circa 60 procent van de Nederlanders, met name hoogopgeleiden, geeft aan méér behoefte te hebben aan vakantie, zo bleek deze maand uit representatief onderzoek van Trends & Tourism. Tot slot groeit volgens ABN AMRO vooral het aantal korte vakanties de komende jaren. Dit maakt een besparing mogelijk en het beperkt risico’s. Zoals wetenschapper Jessica de Bloom het eerder verwoorde: “Met meerdere kortere vakanties spreid je het risico en is een verpeste vakantie wellicht iets minder vervelend omdat er een geslaagde tegenover staat. Zo zijn er het hele jaar door rustmomenten, die ervoor zorgen dat gezondheid en welbevinden continu op peil blijven en de ‘accu’ nooit leeg raakt.”

Overig nieuws